Behandeling met tabletten

Verhoogde glucosewaarden kunt u verlagen met een gezonde leefwijze en medicijnen. Leefstijl adviezen m.b.t. voeding, gewicht en beweging zijn de basis van de behandeling voor iedereen met diabetes. Ze zijn al besproken in een eerder hoofdstuk.

De medicamenteuze behandeling van diabetes type 2 begint meestal met tabletten. Tabletten noemt men ook wel orale medicatie. Oraal betekent via de mond. Tabletten bevatten geen insuline, omdat insuline in de maag onwerkzaam wordt gemaakt.

De verschillende soorten tabletten werken ieder op hun eigen manier aan hetzelfde doel. Ze zorgen ervoor dat er voldoende insuline is om de bloedglucose toe te laten tot die weefsels die het als brandstof gebruiken, zoals de spieren. Naarmate de ziekte voortschrijdt wordt dat steeds moeilijker, zelfs met een combinatie van tabletten. Dan is het spuiten van glucose verlagende injecties (GLP-1 analogen) bij mensen met overgewicht, de volgende stap.

Ter illustratie nodigen wij u uit te kijken naar een korte video over de drie pijlers van de behandeling uit de Vlaamse versie van DIEP®. Wilt u dat nu doen, klik dan op de volgende link, en bekijk de video 'De 3 peilers van de behandeling'.

De meest gebruikte tabletten

 

tabletten

 

Er zijn verschillende soorten bloedglucose verlagende tabletten, die verschillen in hun werkingsmechanisme, werkingsduur en bijwerkingen. Ze worden ook in combinatie gebruikt. Hier worden de meest gebruikte tabletten besproken. Andere tabletten en een overzicht vindt u via de link aan het eind van dit onderwerp.

Metformine

Verbetert de insulinewerking en verlaagt de nachtelijke glucoseproductie in de lever, en daarmee de nuchtere glucosewaarde. Het geeft geen hypo's, maar sommige mensen krijgen er maagklachten of diarree van. Uw arts kan proberen dat te vermijden door te beginnen met een lage dosis, en de dosis geleidelijk op te hogen. Metformine is de eerste keus, omdat het geen gewichtstoename veroorzaakt en juist bij overgewicht de ontwikkeling van hart- en vaatziekten kan tegenhouden.

Sulfonylureum (of SU) tabletten

 Stimuleren de alvleesklier om meer insuline af te geven. Ze kunnen soms een te lage glucose (of hypo) veroorzaken, bv. bij het overslaan van een maaltijd, fors alcoholgebruik, of flinke inspanning. Ze leiden ook tot een geringe gewichtstoename. Deze middelen zijn een tweede keus.

Ook thiazolidinedionen (of TZD's) verbeteren de werking van insuline. Dat is met name gunstig bij mensen met overgewicht. Helaas leiden ze ook tot gewichtstoename, vooral door ophoping van vocht. Dat maakt ze ongeschikt bij hartfalen, of verhoogde kans daarop. Onzekerheid over het effect op hart- en vaat complicaties is de reden dat TZD's doorgaans alleen worden voorgeschreven aan mensen die geen metformine of SU tabletten kunnen gebruiken.

Van de SU tabletten en TZD's zijn tabletten onder meerdere namen op de markt. Op de bijsluiter kunt u lezen tot welke groep medicijnen uw tabletten horen.

Bij het gebruik van tabletten zal uw arts in het bloed af en toe ook uw lever- en nierfunctie controleren. Sommige tabletten kunnen die functies beïnvloeden, of worden door het lichaam minder goed verwerkt als die functies niet optimaal zijn.

De meeste tabletten kunnen niet worden gebruikt bij een zwangerschapswens of tijdens de zwangerschap.

Meer over tabletten

 

Tabletten

 

Hier wordt het een en ander beschreven over minder gebruikte en nieuwere medicijnen. Een overzicht van alle glucoseverlagende tabletten vindt u onderaan deze pagina.

Acarbose

zorgt ervoor dat koolhydraten in de darm langzamer worden verteerd, waardoor glucose geleidelijker in het bloed wordt opgenomen, en glucose pieken na de maaltijd worden afgevlakt. Door zijn invloed op de darmfunctie kan een opgeblazen gevoel of diarree ontstaan, wat niet altijd door langzaam opbouwen van de dosis kan worden voorkomen. Acarbose is wat minder werkzaam dan andere middelen, en wordt ook wel gecombineerd met SU tabletten.

Repaglinide

 Stimuleert de afgifte van insuline door de alvleesklier, op een iets andere manier dan SU tabletten. Het voordeel is dat repaglinide krachtiger en korter werkt, met een heel kleine kans op hypo klachten. Het is daardoor met name geschikt bij hoge glucosewaarden na de maaltijd, en voor mensen die op zeer wisselende tijdstippen eten. Een nadeel is dat het door de meeste verzekeraars niet wordt vergoed.

DPP4-(dipeptidylpeptidase 4)remmers

Hhoren tot een nieuwere generatie bloedglucoseverlagende middelen, die de incretine stofwisseling beïnvloeden. Incretines zijn hormonen die als reactie op voeding in de dunne darm worden aangemaakt en dan zorgen voor een goede verwerking van glucose. De werking van incretines blijkt bij type 2 diabetes verminderd te zijn. DPP4-remmers of ‘gliptines’ remmen de afbraak van de incretine hormonen, waardoor de hoeveelheid daarvan in het bloed stijgt. Daardoor neemt ondermeer de afgifte van insuline toe.
Ze verlagen de bloedglucose met een zeer geringe kans op hypo's en zonder gewichtstoename. Deze middelen worden door de zorgverzekeraar vergoed als de bloedglucose onvoldoende onder controle is met een SU tablet en/of metformin. Deze tabletten lijken op korte termijn weinig bijwerkingen te hebben, maar over de effecten en veiligheid op lange termijn is nog onvoldoende bekend.

SGLT2-(sodiumglucose-cotransporter 2)remmers

Werking  berust op het simpele idee gebruik te maken van de manier waarop het lichaam van nature een overmaat aan bloedglucose afvoert: via de urine. Daarom is veel plassen een kenmerk van fors verhoogde glucosewaarden. Het stofje SGLT2 in de nieren zorgt er voor dat vrijwel geen glucose via de urine verloren gaat, zolang de bloedglucose niet erg gestegen is. Door SGLT2 te remmen neemt de glucose uitscheiding in de urine al bij matig verhoogde glucosewaarden toe, waardoor de bloedglucose daalt. SGLT2-remmers geven geen hypo’s en hebben waarschijnlijk gunstige effecten op gewicht, bloeddruk en bloedvetten. De kans op urineweginfecties en schimmelinfecties van onderen is echter verhoogd. Deze middelen zijn nieuw, waardoor nog onvoldoende bekend is over de effecten, bijwerkingen en veiligheid op de lange termijn.

Men kan alle glucoseverlagende middelen ook indelen naar de plaats waar ze aangrijpen op de glucose stofwisseling: lever, alvleesklier, spieren of darmen. Ter illustratie nodigen wij u uit te kijken naar een video uit de Vlaamse versie van DIEP®. Klik op de volgende link om de video 'Glucoseverlagende medicatie' te starten.

De belangrijkste gegevens van de verschillende soorten tabletten hebben we samengevat in onderstaand overzicht.

Bloedglucoseverlagende tabletten
Sluit de enquête