Wat is diabetes?

Diabetes is een stofwisselingsziekte met teveel glucose in het bloed. Omdat glucose een vorm van suiker is werd diabetes mellitus vroeger suikerziekte genoemd. Het hormoon insuline speelt een sleutelrol bij het op peil houden van de hoeveelheid glucose in het bloed, en dus bij diabetes. Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier en zorg er voor dat glucose in de weefsels opgenomen wordt.

alvleesklier maak insuline aan

De alvleesklier (of pancreas) ligt achter de maag, zoals u kunt zien op de tekening. Insuline wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans, waarvan er een miljoen verspreid door de alvleesklier liggen. Diabetes mellitus wordt veroorzaakt door een tekort aan insuline, al dan niet in combinatie met verminderde gevoeligheid voor insuline. In alle situaties stijgt daardoor het glucosegehalte in het bloed. Langdurig verhoogde glucose is schadelijk voor het lichaam, en kan uiteindelijk leiden tot ernstige complicaties, zoals hart- en vaatziekten (hartinfarct, herseninfarct), aantasting van de zenuwen, ogen en/of nieren. Een goede diabetes- of glucoseregulatie (met zo normaal mogelijke glucosewaarden) maakt de kans hierop veel kleiner.

Diabetes mellitus wordt voornamelijk ingedeeld in twee vormen: diabetes mellitus type 1 en diabetes mellitus type 2. Er zijn ook meer zeldzame vormen zoals diabetes mellitus als gevolg van ziektes, zoals bijvoorbeeld alvleesklierontsteking, en bijzondere erfelijke vormen als MODY (Maturity Onset Diabetes of the Young).

Verschil type 1 en type 2 diabetes

In het schema staan de beide types naast elkaar. Type 1 diabetes ontstaat doorgaans op jongere leeftijd, vrij acuut met ziek zijn en gewichtsverlies. Zo'n 10 tot 15% van alle mensen met diabetes heeft dit type. Doordat het eigen afweersysteem zich richt tegen de insuline producerende cellen van de alvleesklier ontstaat hierin een ontstekingsreactie waardoor de eilandjes van Langerhans geen insuline meer maken. Erfelijke vatbaarheid speelt daarbij een rol. Maar er is nog een andere prikkel nodig zoals bijvoorbeeld een virusinfectie. Als één van de ouders diabetes mellitus type 1 heeft hebben kinderen 3-6 % kans om de ziekte ook te krijgen. Mensen met diabetes mellitus type 1 hebben de rest van hun leven insuline nodig. Meestal wordt de insuline toegediend via meerdere injecties per dag, of via een insulinepomp.

Type 2 diabetes ontstaat doorgaans op oudere leeftijd, al komt het steeds vaker bij jongeren voor. Dit type ontstaat meestal heel geleidelijk met weinig klachten. Centraal staat de ongevoeligheid voor insuline in verschillende weefsels zoals lever, spier en vetweefsel. Dit hangt sterk samen met overgewicht en weinig bewegen. Als de insuline productie daarbij uiteindelijk ook vermindert, ontstaat diabetes mellitus type 2. Verreweg de meeste mensen met diabetes mellitus hebben dit type, en het aantal neemt hand over hand toe. Er is een erfelijke vatbaarheid. Hierbij erf je niet de ziekte zelf maar de aanleg om de ziekte te krijgen. Door een gezonde leefstijl met voldoende bewegen, gezonde voeding en een normaal gewicht is het vaak mogelijk om het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 te voorkomen of uit te stellen.

Mensen met diabetes mellitus type 2 hebben vaak overgewicht, een verhoogde bloeddruk en afwijkende bloedvetten. Ook deze afwijkingen moeten zo goed mogelijk behandeld worden om complicaties te voorkomen.

Omdat overgewicht en te weinig lichaamsbeweging zo'n belangrijke rol spelen, begint behandeling vaak met het advies om af te vallen en meer te bewegen. Naast een voedingsadvies en verschillende soorten tabletten kan vroeger of later ook insuline nodig zijn.

suiker

Een sleutelrol in het voedingsadvies bij diabetes spelen koolhydraten. Koolhydraten is een verzamelnaam voor allerlei soorten suiker in zetmeelproducten (zoals brood, aardappelen, rijst en pasta), en in fruit, melk en zoetigheden (zoals koek en snoep). Ze worden afgebroken tot glucose, een belangrijke bron van energie.

Sluit de enquête